Van kersenbloesem en beschavingen, die dingen die voorbij gaan

Photo by AJ on Unsplash

Het is geen nieuws dat we een nogal koud voorjaar hebben. Ik geloof dat ik nooit eerder in mei nog in mijn winterjas liep. Soms word ik er wat filosofisch van, soms bijna dichterlijk. En ik kan helemaal niet dichten!

Tijdens de kou in april blies, terwijl ik onderweg was naar een bidstond, sneeuw spottend mijn gezicht in. Ik wilde chagrijnig worden, maar toen rook ik een magnolia. Onmiddellijk werd ik overspoeld door het gevoel dat ik heb als ik wegkruip met een boek vol haiku’s. Het zal wel door mijn plannen komen: een haiku is een Japans gedicht (niet rijmend, maar met als uitgangspunt dat het drie regels heeft, van achtereenvolgens 5, 7 en 6 lettergrepen).

Japanse zaken bleven me bezighouden toen het wat warmer werd en de kersenbloesem teer en stil haar schoonheid ontvouwde. Ik hield mijn adem in. Eén flinke bries en de bloesem zou als sneeuwvlokken verstrooid worden. Voor de Japanners is die kwetsbaarheid symbool van de vergankelijkheid van het bestaan.

En toch… terwijl ik de eerste bleekroze blaadjes zag vallen, stelde ik me voor dat een mens zo weg dwarrelde uit het leven. Ik vond het lastig te geloven dat een mensenblaadje zomaar vergaat. Ik kon me voorstellen dat de ziel die tijdens het leven kwetsbaar was voor storm en scherpe nagels, na het neerdwarrelen een steen wordt. Geen grafsteen, maar een steen waarin de ziel veilig opgeborgen blijft tot een dag waarop hij weer tot leven wordt gewekt.

Een mensenziel is weerbarstig. Ik las het weer bij Viktor E Frankl, de psychiater die Auschwitz overleefde en er stellig van overtuigd was dat we alles kunnen verdragen, zolang we maar een doel hebben om voor te blijven leven. Dat doel kan het schrijven van een boek zijn, maar ook schoonheid kunnen zien en de liefde voor andere mensen.

Ik las ook In de schaduw van Byzantium, van William Dalrymple. Een boek dat bijna nog confronterender was dan dat van Frankl. Het is een reisboek waarin Dalrymple niet alleen door het Nabije Oosten reist, maar ook door 1.500 jaar beschavingen in Turkije, Libanon, Syrië, Israël en Egypte. Turken moorden christenen uit, christenen slachten joden af en joden doden islamieten. Een moedeloos makende vicieuze cirkel. Beschavingen blijken even kwetsbaar te zijn als kersenbloesem. Hoeveel miljoenen mensen zijn daardoor al voortijdig weg gedwarreld van de levensboom?

Afgelopen vrijdag liep ik langs begraafplaats de Essenhof. Het had veel geregend en het was weer koud, maar de zon straalde en ik zag bladeren zich uitvouwen die storm weerstaan en pas in de herfst rimpels krijgen en losgetrokken worden van de takken die hen hebben gevoed. Over een gracht heen staarde ik naar de begraafplaats, maar de grafstenen hielden mijn aandacht niet vast. In het water lag een klein eilandje waar kleuren met elkaar wedijverden. Een sering tooide zich met allerlei tinten paars; een gouden regen blonk in de zon. En ik wist weer dat al hun pracht voorbij zou gaan, zou verdwijnen in het donkere water van de gracht.

De dag erna was de zon al weg. In kille regen liep ik op de brug naar Papendrecht. Over het brede, onaangedane water waarin alles kan verdwijnen naderde een rivieraak. Ik keek toe terwijl hij onder me door gleed, terwijl ik wist dat ik daar duizelig van zou worden, net als altijd. Ik keek weg over de rivier, naar de extreem Hollandse landschap en voelde even tranen: ook dit gaat voorbij; binnenkort zal ik het niet meer zien. Ik was onderweg naar een goede vriendin, en huilde even omdat ik dan ook niet meer bij haar op bezoek kan gaan. Ik heb een levensdoel dat me drijft, en tegelijkertijd pijn doet.

Daar op de brug leidde ik mezelf af door alsnog die haiku te componeren over sneeuw en de geur van magnolia’s, terwijl ik niet kan dichten:

Lopend in de sneeuw
ruik ik plots magnolia’s
Het wordt toch lente

Een windvlaag trok bijna de paraplu uit mijn handen, en de haiku uit mijn hoofd. Toen dacht ik eraan dat ze beweren dat het zondag 25 graden wordt. Alles blijft veranderen. En ik zal leren de veranderingen te verwelkomen, ook als ze een windvlaag in mijn leven zijn.

Op naar Japan

Mijn plannen voor Japan worden steeds concreter. Ik ben aangemeld voor de Bijbelschool die op 22 september begint. In de tweede helft van 2022 hoop ik naar Japan te kunnen gaan. Ga je mee op mijn reis? Je hoeft niet je koffers te pakken, maar ik heb jouw steun hard nodig.

Japan is een welgesteld land, en de mensen hebben over het algemeen hun leven goed op orde. Maar het is ook een land waar je altijd keihard je best moet doen en anderen niet lastig moet vallen: niet met je problemen, niet met je falen, niet met je gevoelens. Kun je daar niet aan voldoen? Dan is zelfmoord een geaccepteerde uitweg. Japan heeft zelfs ‘populaire’ plekken om zelfmoord te plegen. Ik hoop veel Japanners Gods liefde en genade te laten zien.

Dat kan ik natuurlijk niet in mijn eentje. OMF (omf.org/nederland), de organisatie die mij uitzendt, gelooft dat zendelingen onderdeel moeten zijn van hun kerk en de gemeenschap. Mijn reis naar Japan is dus niet mijn avontuur, maar onze reis. Japan staat bekend als ‘harde grond’: de Japanners staan niet erg open voor het evangelie dat ze zo nodig hebben. Ik heb dus jouw gebed nodig. In mijn eentje kan ik weinig doen. Als we samen God om hulp roepen, kunnen we grote dingen bereiken. Wil je meebidden? Ik zet liever geen emailadressen op deze website vanwege alle spam die dat oplevert. Maar als je een berichtje onder dit bericht zet zie ik jouw emailadres en mail ik je voor mijn gebedsgroep op WhatsApp. (Zet je telefoonnummer niet in je bericht, want dan ziet iedereen het!) Wil je mijn nieuwsbrief ontvangen? Volg dan dezelfde route.

Financiële steun is ook nodig. De Bijbelschool kost zo’n €15.000 en is fulltime. Ik zal dus mijn baan opzeggen. De kosten in Japan liggen op ongeveer hetzelfde niveau als in Nederland. Als ik eraan denk hoeveel geld er iedere maand nodig is, word ik soms wat nerveus. Maar ik weet dat God mij in Japan wil hebben, en ik geloof dat Hij daar de middelen voor wil geven. Misschien ook via jou? Als vele mensen iedere maand een klein bedrag willen geven, komen we heel ver. Dit is het rekeningnummer: NL05 ABNA 0617 7579 68 t.n.v. Stichting OMF. Vermeld hierbij altijd de projectnaam: Deshima en het projectnummerL13019. Je kunt ook gebruik maken van het formulier onder deze link. OMF is een ANBI, dus giften zijn aftrekbaar.

Dank je wel dat we samen op blijven trekken, waar God jou en mij ook brengt!

Ik ga (via Engeland) verhuizen naar Japan

Photo by JJ Ying on Unsplash

Eindelijk mag ik het dan vertellen: ik word zendeling in Japan. Tjonge, wat voelt het goed dat te kunnen/mogen schrijven. Ik sta nog aan het begin van de weg, maar het voelt alsof ik al een heel pad heb afgelegd. Loop je even mee?

In oktober 2019 (je weet wel, toen we nog alle bewegingsvrijheid hadden) was ik in Zuid-Afrika, bij zendelingen bij wie ik in het thuisfrontteam zit. De laatste week was ik met hen op een zendingsconferentie. Voordat de conferentie goed en wel begon zat ik in de tuin van het complex. Het was het einde van de droge tijd: het gras was doods en knisperde onder mijn voeten als sneeuw.

Ik had twee geweldige weken achter de rug, was net terug uit het Kruger National Park, en wilde nog meer ontspanning. Ik had geen zin meer in die conferentie. Ik wilde weg. En ik geloof dat God op dat moment tegen me sprak. ‘Hoe lang ga je je nog verstoppen achter je excuses?’ zei Hij. ‘Wordt het niet eens tijd dat jij je gaat laten zien?’ Au. De rest van de week heb ik lopen bedenken waarom ik niet geschikt was als zendeling. En tijdens de hele conferentie was er iedere morgen bij de dagopening iemand die zonder dat hij of zij mijn gedachten kende, mijn bezwaren wegblies. God roept niet wie capabel is; Hij maakt capabel wie geroepen is. En tot mijn eigen verrassing lijk ik geroepen te zijn.

Om zeker te weten dat ik niet weg zou hollen voor die roeping heb ik gelijk bij terugkomst in Nederland in mijn kerk verteld wat er was gebeurd. Een paar maanden later zat ik bij OMF, een zendingsorganisatie voor Zuidoost Azië. En zij… wisten het zo net nog niet. Ze vonden mijn verleden heftig, en wisten niet of ik er klaar voor was.

In 2020 heb ik gewerkt aan mezelf. Ik durf het bijna niet te zeggen terwijl het voor zo veel mensen een zwaar, of zelfs te zwaar jaar was, maar ik vond 2020 geweldig. Ik heb mijn grenzen gezien en heb ze verlegd. Ik ben de confrontatie aangegaan met mezelf en met anderen, het spannendste dat er bestaat voor mij. Ik heb op mijn werk dingen gedaan waarvan ik dacht dat ik ze niet zou kunnen. En ik bleek ze wel te kunnen – en te durven. Vanaf de eerste maandag van de eerste lockdown besloot ik dat het nu echt klaar moest zijn met het vluchten in eten in plaats van vluchten naar God. Ik ben in 2020 zo 40 kilo afgevallen.

Maar bovenal: ik heb God ervaren. Zijn liefde was er steeds opnieuw. Hij heeft sommige dingen heel nadrukkelijk tegen me gezegd, en ook onmiddellijk bevestigd. In andere zaken heeft Hij me uitgedaagd om Hem te vertrouwen. Ik ben gaan staan, zichtbaar geworden, onder andere via een uitzending van De Verandering. Hopelijk heb ik daarin ook God laten zien. Ik ben anders geworden, of misschien geworden wie ik echt ben (ik hoop dat laatste).

Bij OMF hebben ze gezien dat ik de uitdaging ben aangegaan. En zij durven het met mij aan. In september hoop ik naar Engeland te vertrekken voor een jaar Bijbelschool. En daarna… hoop ik in Japan mensen te vertellen over de liefde van Christus.

Waarom Japan? Wie mij kent weet dat ik het een geweldig land vind, maar ik ga niet om permanent in mijn favoriete vakantiebestemming te wonen. De twee keer dat ik er ben geweest heb ik me er bizar thuis gevoeld. Ik wist dat ik iets “moest” met dit land.

De afgelopen jaren heb ik me ingelezen over de vreemde contrasten in de cultuur. De mensen wonen dicht opeen (het is een bergachtig land; de ruimte die bewoonbaar is, is slechts twee keer zo groot als Nederland, maar er zijn 120 miljoen Japanners). In de maatschappij wordt erg rekening met elkaar gehouden, vaak zonder woorden maar met veel verwachtingen, en er wordt er veel inzet geëist. Er is weinig ruimte voor fouten. Wie niet past mag zelfmoord plegen. Dat is een acceptabele uitweg in Japan. In het Japans bestaat geen woord voor “genade”. Hoe mooi om die genade er wel te kunnen laten zien.

Binnenkort natuurlijk meer!