De geur van fluitenkruid

Veld met fluitenkruid

De wind is een aso. Dat heb ik al vaak gezegd, en meestal zorgt de wind er dan voor dat ik spijt krijg van mijn vrijmoedigheid. Maar dit weekend zorgde de wind ervoor dat ik bevestigd werd in al mijn vooroordelen.

Het is afzien met corona, maar over het weer mogen we natuurlijk niet klagen (mensen met hooikoorts uitgezonderd). De wind blaast warmte naar ons toe. We leven qua natuur in een niet al te slechte imitatie van die welbekende tuin in Eden.

Maar dit weekend was er opeens erg weinig meer te merken van de warmte die de wind geregeld had. Ik had een afspraak om koffie te drinken, keurig op anderhalve meter afstand, bij een bankje aan de haven. Dat klinkt paradijselijk, maar toen we er zaten huiverde mijn gezelschap in haar jas, en ik huiverde omdat ik had aangenomen dat ik geen jas nodig had. Af en toe ranselde de wind me met koude druppels in mijn nek, voordat er goedgunstig een verlegen zonnetje werd toegelaten.

Op zondag zat ik tot mijn eigen verrassing op datzelfde bankje. Goede vrienden die ik al veel te lang mis, waren de afwezigheid over en weer ook beu, dus we spraken daar af. De avondzon gooide haar laatste stralen op het bankje, maar ze verdween snel. De wind liet alvast voelen hoe de nacht zou zijn. We warmden ons aan elkaars gezelschap, maar een stevige potkachel was effectiever geweest.

Maandag had ik het voorrecht om naar kantoor te mogen. Ik had vorig jaar – of twee maanden geleden – niet kunnen bedenken hoe heerlijk ik dat zou gaan vinden. Wat fijn om tussen collega’s te werken. Oké, iedereen zit in een andere kamer, maar in deuropeningen heb je in ieder geval écht contact.

Toch bibberde ik weer toen ik aan het einde van de dag naar buiten stapte. Niet omdat ik mijn collega’s al zo miste – ook ik moet niet te melodramatisch doen. Ik had weer de keuze gemaakt om geen jas aan te doen, en dat was alweer niet slim. De wind lachte snerpend. De wind trok aan mijn trui, betastte hem en stelde vast dat hij dikker had moeten zijn.

De wind had met niemand veel geduld. Geïrriteerd trok de wind de laatste bloesem van kersenbomen, alsof de wind genoeg had van al die tere schoonheid. Pijnlijk. Voor de Japanners is de kersenbloesem symbool voor de vergankelijkheid van schoonheid. Zij genieten ervan zolang het er is. Ik vind het ieder jaar weer lastig om er afscheid van te nemen.

Maar gelukkig had de drukdoenerij van de wind ook voordelen. Toen de wind zich op een paardenwei vol fluitenkruid stortte, werd de geur van het veld als een overdosis aangenaam aroma mijn neus in geduwd. Ik liep opeens rechter op. Ik voelde me gelijk enthousiaster, alsof ik lente in mijn aderen had gespoten.

Ik maakte een omweggetje naar het Kruidvat en voelde me zo opgefrist dat ik me er niet aan kon ergeren dat ik daar voor de zoveelste keer niet vond wat ik zocht (en dat er allerlei klanten rondliepen die het niet belangrijk vonden om afstand te houden). Het enige wat ik jammer vond is dat ze er de geur van fluitenkruid niet verkopen, in een flink grote spuitbus.

Terug op de dijk was ik weer alert. Mijn humeur moest niet te mild worden: de wind was dat namelijk ook nog steeds niet. Aan de voeten van populieren zag ik dikke takken liggen, op elkaar als in ongepaste openbare intimiteit, maar in werkelijkheid voor altijd dood.

Wat verderop, hoger op de dijk, behandelde de wind mij alsof ik kersenbloesem was. De wind trok, blies, klaagde en zeurde. Of was dat mijn interpretatie? Was de geur van fluitenkruid uitgewerkt? Nodigde de wind me juist uit om mee buitelen? Wilde de wind me plekken laten zien waar ik nooit zal komen zolang ik mijn voorzichtige instinct volg?

Ik had geen antwoord. Maar ’s avonds, thuis in een warme woonkamer, keek ik naar de haagbeuk voor mijn raam. De wind leek nog toegenomen: de takken zwiepten alsof ze iemand wilden slaan. Maar op een van die takken was een nest gemaakt, en in dat nest zat een duif op haar eieren, heel gerust in de wind.

One thought on “De geur van fluitenkruid

  1. Ja Els, die of de wind is momenteel echt aso en daar word je gestoord van. Echt een aandacht trekker. Hij wilt de boventoon voeren en van zich laten horen. Nu heeft hij genoeg aandacht gehad en het moet afgelopen zijn. Knap verhaal weer.

Laat een antwoord achter aan Nanny Lisman van Weijen Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *