Een geweer, een koe, een boom en een vrouw

Auteur: Meir Shalev
Uitgeverij: Ambo | Anthos

Bij het woord “familiekroniek” heb ik de neiging om te hoesten; het woord klinkt nogal stoffig. Of misschien hoest ik omdat we worden geacht het genre niet erg serieus te nemen. Familiekronieken hebben stofkaften waar onschuldige mensen op staan, bij voorkeur met naïeve blauwe ogen. Die mensen maken wel ernstige dingen mee (of dingen die in de jaren vijftig ernstig waren) maar die je niet altijd ernstig néémt. Ze zijn stoffig voorspelbaar, of stoffig omdat je ze alleen in bibliotheken exemplaren lijkt te vinden, waar de vingers van te veel mensen aan hebben gezeten.

‘Een geweer, een koe, een boom en een vrouw’ is een familiekroniek. Maar het is geen stoffig boek. In het begin heb ik een paar keer pijn in mijn buik gehad van het lachen (vooral toen ik me voorstelde hoe een bordercollie die gezakt is voor zijn grootrijbewijs eruitzag). Later had ik gewoon pijn in mijn buik. Als je dit boek met open vizier leest, heb je pijn over wat liefde doet met een mens, of eigenlijk wat mensen doen met mensen. Vooral aan het eind van het boek ben je toch weer geschokt over de wreedheid van onze soort, ondanks dat je onderhand zou moeten weten dat onze kwaadaardige creativiteit eindeloos lijkt.

Ik wil deze recensie niet een voorbeeld maken van recensies zoals je ze te vaak leest: een tekst waarin de recensent meer bezig is zijn of haar eigen schrijftalenten te profileren dan te praten over het boek. ‘Een geweer, een koe, een boom en een vrouw’ verdient beter. (Het boek zou iedere schrijver nederig moeten maken.) Tegelijkertijd is er wel van alles te vertellen over deze bijzondere geschiedenis.

‘Een geweer, een koe, een boom en een vrouw’ heeft als setting in een dorp aan de rand van de woestijn in Israël. Mensen houden zich er maar met moeite staande: je voelt de stugheid van het leven. Het perspectief van de roman is bijzonder: een middelbare vrouw vertelt het verhaal aan iemand die haar interviewt. De luisteraar krijgt wel een naam, maar wordt verder nauwelijks geïntroduceerd. Het perspectief lijkt, als ik het zo beschrijf, erg kunstmatig, maar dat is het niet. Je hoort Roeta Tavori praten. Je leert haar kennen. Af en toe staan er stukken in de derde persoon of zijn er korte verhaaltjes die Roet ooit maakte voor haar zoon.

Roeta vertelt over drie zelfmoorden die in de jaren dertig plaatsvonden in haar dorp. In werkelijkheid was één daarvan een moord, en haar opa was de dader. Het lijkt of ik nu al heel wat informatie verklap, maar er is ook veel in dit boek dat je niet verteld wordt, of dat maar heel licht wordt aangestipt wordt en dat toch alsmaar duidelijker wordt – soms duidelijker dan je wel zou willen. Het verhaal over de moord is ook slechts een beginpunt van de belevenissen van drie (of vier) generaties van de familie Tavori.

Ik werd meegezogen door dit wonderschoon mooi vertelde verhaal. Aan de andere kant zit er zo veel leed en zo veel rouw in dit boek, dat ik na een tijdje schrok van mijn eigen reactie. Ik dacht namelijk: ‘Ja, nu weet ik het wel – doe nu maar weer normaal.’ Ik kan slechts hopen dat ik in werkelijkheid nooit zo zal reageren op een echt persoon in de rouw. Maar eigenlijk waren deze personages ook echt. Je gelooft dat ze bestaan – en pijn hebben.

De weerstand duurde niet lang. Het is onmogelijk dit verhaal lang weg te leggen. Het trekt je mee naar een einde dat zo vreselijk is dat je weer pijn krijgt, maar ook hoop. Ik heb de neiging om iedereen ‘Een geweer, een koe, een boom en een vrouw’ cadeau te doen, maar eigenlijk wil ik ze dat ook niet aandoen. Ik moet bijkomen van het lezen van dit boek, en tegelijk ben ik al op zoek naar de volgende roman van Meir Shalev.

O, en kijk uit met wat je ná dit boek leest. Ik legde roman na roman na een paar pagina’s weg omdat ik ze te licht, te onbelangrijk vond. ‘Een geweer, een koe, een boom en een vrouw’ is een aanrader. Denk ik.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *