Eindelijk dan (?)(!)

Goede Vriendin en ik zijn als vanouds een weekendje weg. Wie had dat gedacht? Vorig jaar leken we voorlopig ons laatste weekend te hebben omdat ik bijna onmiddellijk na de Bijbelschool naar Japan zou gaan. En toen we alsnog plannen maakten, kwam die stomme ziekte. Maar we zijn terug in Duitsland, vlak bij Münster, net als drie jaar geleden.

Op vrijdagavond maken we een korte wandeling. Mijn hart begint sneller te kloppen – niet van inspanning maar van blijdschap. Toen we de laatste keer in deze omgeving waren, was ik druk bezig met een boek, en sommige van de boswandelingen van toen zijn onderdeel geworden van het verhaal – Duitse beuken bevonden zich opeens in een Engels landgoed, in sleutelscènes. Terug op deze plek voel ik eindelijk dan weer de vreugde van het schrijven.

De omgeving werkt helemaal mee. Aan het begin van de route ligt een Duits spookslot. Nou ja, een oude boerderij die statig onttakelt. De hoge ramen kijken leeg en somber naar ons, het hout bladdert, maar we zien nog dat dit een pand is geweest waar de eigenaren trots op waren. Ik word stiller vanbinnen.

Dan lopen we het bos in. De route is wat heuvelachtiger dan verwacht. We klimmen hoger en hoger, langs beuken die machtig oprijzen en waaronder weinig groeit. Alleen de zon neemt ruimte in: ze spreidt haar stralen uit tussen de bladeren en suggereert een licht van een wereld die wij maar nauwelijks kennen. Ik voel inspiratie aan me trekken.

Als we het bos uitkomen, trekt er iets anders aan me: de wind, die oude bekende. Deze dag is de wind onstuimig, tollend en rollend, blazend tegen mijn hoofd. En dat doet zeer, want ik heb haarpijn, een teken van het haarverlies dat me staat te wachten. Maar ik hef mijn hoofd op en dank voor deze dag.

De volgende dag zet mijn haarverlies in. Als ik mijn kapsel fatsoeneer, zit er zo veel haar in mijn kam dat mijn hart weer sneller klopt – van schrik. Maar ik besluit van het weekend te genieten, en ben allang blij dat alle deskundigen die collectief beweerden dat mijn haar al de week ervoor had moet uitvallen, ongelijk hadden. Maar dat weekend blijf ik mijn haar maar kammen, dwangmatig, terwijl ik wel weet dat ik dat niet moet doen. Er laat steeds meer haar los.

Maandag keren we terug – naar bloedonderzoek en een gesprek met de internist. Dinsdag heb ik de tweede chemo. Een andere vriendin houdt me vier uur gezelschap en zegt dat ze niks aan mijn haar ziet. Maar woensdag versnelt het haarverlies. Een plukje haar zit niet goed. Ik pluk eraan – en heb het los in mijn hand. Haar dwarrelt die dag om me heen. Ik neem uiteindelijk contact op de vrouw die mijn pruik heeft besteld en hem zal “personaliseren” als ik hem nodig heb. Ze zegt dat ze net begon te hopen dat ik de uitzondering zou zijn die haar haren niet verliest.

Op donderdagmiddag gebeurt het: mijn laatste haar eraf, de pruik erop. Die ochtend ga ik nog even naar het Kruidvat, een tochtje waar ik bijna onmiddellijk spijt van krijg. Mijn blaas speelt al de hele week op, alsof ik die hele week niet naar het toilet ben geweest; ik ben opgezwollen van de prednison en het waait weer, waardoor haar spontaan bij me vandaan vlucht. Irrationeel ben ik bang dat ik halverwege de wandeling kaal zal zijn. Ik voel me oud, koud en kapot. Dat ik bij het Kruidvat mijn allereerste leesbril koop helpt niet.

De dag ervoor heb ik me weer ingeschreven in Dordrecht – iets wat ik had verwacht pas na vele jaren te doen, niet precies één jaar na mijn uitschrijving. Nu loop ik over de dijk waar ik vroeger naar mijn werk liep. Ik kan wel janken.

Dan zie ik een kleine groep struiken waar ik ooit de eerste inspiratie kreeg voor dat boek waarbij Duitse bomen naar Engelse bossen verhuisden. Ik heb op dat moment niet het idee dat ik ooit weer puf zal hebben om een boek te schrijven. Maar onderweg naar huis twijfel ik daar toch aan. Het wordt herfst, de wind waait, ooit gaat deze pijn over. Dan wordt het een verhaal.

One thought on “Eindelijk dan (?)(!)

  1. Toch weer geschreven …en alle verhalen achter elkaar worden volgens mij toch ook een boek; misschien een ander boek maar er gaat wel meer anders in je leven. Duitse beuken en Dordtse struiken gaan moeiteloos over de landsgrens heen; soort tegengestelde route van de Dordtse Highlanders … maar die stond er er echt, toch ?! … Dapper doorgaan Els!

Laat een antwoord achter aan Debora Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *