Geen Jane

‘Denkend aan Holland…’

Ben je een jong tienermeisje en lees je graag? Dan heb ik een gouden tip voor je: lees Jane Eyre de komende tien jaar even niet. Of wacht er twintig jaar mee – nog veiliger.

Ik was 13 toen ik kennis maakte met Jane en haar “meester” Mr Rochester. Het is het enige boek (naast de Bijbel, bedenk ik me nu) waaruit ik zonder moeite hele passages kan citeren. In het Nederlands én het Engels. Het verhaal heeft een grote plaats in mijn herinneringen, en – hoe weergaloos goed het boek ook geschreven is – dat vind ik nu jammer.

Jane is een wees, die opgroeit te midden van de familie van haar moeder, die haar als een criminele leprapatiënt behandelt omdat ze anders is dan de andere kinderen. Daarna wordt ze een leerling op een school onder een hardvochtig beleid. Als 18-jarige wordt ze gouvernante. Haar baas is Mr Rochester. Hij verschijnt pas in hoofdstuk 10, maar vanaf dan is alle aandacht op hem gevestigd.

Zoals ik al zei: het boek is geweldig geschreven. Charlotte Brontë kan een middagwandeling naar het postkantoor zo verwoorden dat je ieder moment een engel met een zwaard verwacht. De dromen die Jane heeft en de schilderijen die ze maakt, zijn xtc voor de verbeelding van iedere lezer. Maar Brontë is ook gefixeerd op de liefde. Iedere plicht en al het gezond verstand wordt er ondergeschikt aan gemaakt.

Ik kan een plechtige blog schrijven over hoe ongezond het is dat meisjes de boodschap krijgen dat heel hun leven in orde komt als ze maar een goede man vinden. Ik kan spreken over het feit dat hun uiterlijk daarbij een nog veel grotere rol is gaan spelen dan in mijn jeugd al het geval was (waarbij ik moet aantekenen dat Charlotte Brontë wel zo origineel is om zowel Jane als Mr Rochester niet fysiek aantrekkelijk te maken). Ik kan het hebben over emancipatie, of ik kan het christelijk bekijken: dat onze aandacht meer op de liefde van God dan die van mensen gericht moet zijn, maar dat het dat bijna nooit is, en dat boeken als Jane Eyre daarbij niet helpen.

Ik denk dat de voorgaande alinea genoeg is om alle mogelijke gezichtspunten duidelijk te maken. Ik hou het maar persoonlijk. Ik heb jarenlang Jane Eyre herlezen. Mijn Nederlandstalige exemplaar was het eerste boek dat ik ooit kocht. Toen ik op de middelbare school Engelse boeken moest gaan lezen, was Jane Eyre bijna het eerste boek waar ik me aan waagde. Ik wilde ook een Jane zijn, een vrouw van wie een man zo veel hield dat hij na haar verdwijning bijna sterft van ellende. In de jaren dat ik depressief was, veel te dik was, droomde dat ik dood was, geloofde ik dat als ik maar een relatie kreeg alles goed kwam. Dat was ook zo, maar dat was toch echt de relatie met God. Ik houd niet zo van vrome praatjes, maar dit meen ik.

Nadat ik christen werd, verdwenen Jane en Edward Fairfax Rochester langzaam uit mijn leven. Ik herlas het boek een paar jaar geleden en was oprecht geschokt over de fixatie op romantische liefde. Wat misschien hielp was dat Mr Rochester, zo lang mijn ultieme held, nu jonger is dan ik. Door de plannen die ik zelf maak, ben ik ook heel anders gaan kijken naar St John Rivers, Janes neef die met haar wil trouwen – niet omdat hij van haar houdt, maar omdat hij haar hulp goed kan gebruiken als zendeling in India. De eerste twintig keer dat ik het boek las, had ik nooit kunnen denken dat ik zelf zendeling zou willen worden. Janes argumenten om nee tegen hem te zeggen, houden nog wel steek, maar minder dan vroeger.

Ik ben geen Jane geweest en zal het ook nooit worden. Ik hoop ook niet echt Rivers te worden, die al zijn emoties voor zich houdt, alles wat hem lief is genadeloos afsnijdt om maar zendeling te worden. Maar als ik nu terugdenk aan hoe hij in een passage in stilte voor het laatst zijn vaderland in zich opneemt, slik ik en snap ik bijna hoe verraderlijk verrukkelijk het kan zijn te vluchten in liefde en comfortabel thuis te blijven.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *