Mooi weer tijdens de coronacrisis – dat gaat ook na zes weken niet vervelen. Maar toch begon ik me een beetje zorgen te maken over het groen van de bomen en de bloemetjes in het gras. Hoe lang gingen ze dat volhouden zonder regen? Gelukkig werd er afgelopen week het nodige aangevuld.
Wat is het toch dat regen wel snel verveelt? Ik probeer het gevoel niet toe te laten. Buienradar is mijn nieuwe oude vriend: ik houd hem goed in de gaten en wandel in verscholen uurtjes als de wolken elders aan het rollebollen zijn.
En ik probeer de schoonheid te zien van regen. De bladeren worden nog groener (denk ik). Als na de regen de zon haar stralen zacht te voorschijn tovert, klemmen druppels zich tegen mijn ramen alsof ze geen afscheid willen nemen. Ze blinken alsof ze heel goede vrienden zijn.
En toch… in het weekend voel ik me onbestendig. Ik heb twee maanden Bookchoice cadeau gekregen van mijn energieleverancier en heb een hele stapel boeken gedownload. Op vrijdagmiddag en zaterdagmorgen begin ik in vier verschillende boeken en stel ik vast dat ik niet geïnteresseerd ben in iemand die verraden wordt door haar vriend en beste vriendin. Ik wil ook niet weten wat er nou gebeurd is met die moeder die spoorloos verdween toen de hoofdpersoon twee was. Ik ben zelfs niet geïnteresseerd in het 18-jarige meisje dat naar Batavia wordt gestuurd om te trouwen met een onbekende en kinderen te baren.
Op zaterdagmorgen hagelt het. De hagelkorrels zijn geen goede vrienden; ze slaan dan wel op het raam, maar ik peins er niet over ze binnen te laten. Er klinkt een harde vloek: één onweersdonder. Ik ben niet onder de indruk. De wolken verdwijnen, nog steeds geïrriteerd. Ik denk over wandelen, check met mijn vriend Buienradar en de wolken komen snel terug, om nog wat tranen op de ramen te plakken.
Een uur later, als ik mijn ereader walgend terzijde heb geschoven, wandel ik alsnog. Ik zeg gedag tegen een vrouw uit de kerk, een collega, de voorzitter van een bestuur waar ik weleens contact mee heb, en ik maak een praatje met een postbode die ik ken. Dit alles in het eerste kwartier dat ik onderweg ben. De grauwe wolken dwalen met mij mee, maar regen krijgen ze niet meer uit zichzelf geperst.
Over een dijk loop ik naar een andere dijk. Wat is het heerlijk rustig – bijna geen onbekenden om me aan te ergeren. Misschien vind ik daarom al die boeken niet leuk: omdat ik mensen momenteel vaak echt niet leuk vind. Die gedachte laat ik natuurlijk meestal niet toe in mijn hoofd, maar het is wel zo. En nu, tijdens corona, als wandelen vaak Tetris spelen is, als je opzij moet gaan voor mensen die je wat neerbuigend aankijken terwijl zij naast elkaar lopen en niet voor jou opzij gaan, nu zijn mensen nog irritanter dan anders. Daar – ik heb het hardop opgeschreven.
Wat later loop ik naar de Amaliabrug, vlak voordat ik “mijn” Wantijpark inga. Even kijk ik achter me: er loopt niemand op de dijk. Voor me loopt niemand me tegemoet over de brug. Over het zijweggetje loopt heel ver weg één jogger. Echt, die dreiging van regen is heerlijk! Bijna juich ik.
In het park zeggen mijn vrienden me zonder woorden gedag. De ceders wuiven. Een els staat naar het water te staren en mompelt iets over Psalm 1. De meerkoet op haar nest, die ik iedere dag zie, toont me haar roodpluizige kuikens. Vader zwemt naar me toe om te horen hoe mooi ik ze vind. Een vriendin die snapt wat ik voel in een park appt en ik vertel wat er gebeurt en zij geniet mee. Ik adem diep in en voel fluitenkruid-en-verse-bladeren-rust. Ik sta even stil onder de kastanje om me daar nog meer bewust van te zijn.
Dan loop ik verder. Een vrouw met een hond loopt me tegemoet. Ik zeg haar vriendelijk gedag. Ze kijkt langs me heen en roept haar hond. Ik vraag me af of er een mogelijkheid is om te veranderen in een els, of een eik, of een kastanje. Ik wil ook wel een golfje zijn in de vijver, die nooit ergens over nadenkt en niet weet dat er mensen bestaan.
Wat herkenbaar Els, voel de regen als een geschenk als pareltjes aan een ketting. De natuur zegt dank je wel. De mensen om je heen zijn zo met zich zelf bezig dat zij de natuur vergeten. De lente is zo mooi!! Prachtig geschreven Els.
Wauw, wat mooi Els! Enne dat hardop uitspreken over mensen die zich niet druk maken en gewoon doorlopen, terwijl jij weer aan de kant moet gaan… zo herkenbaar!! En zeker als ze met z’n tweeen zijn…
Ik slalom wat af in de Elzen☹
Jammer dat het zo moet, hè? Gelukkig is het wel mooi in de Elzen. Hoe kan het ook anders. 😉