Gisteren, 12 mei 2012, werd mijn boek gepubliceerd. Een bijzonder moment. Vandaag probeer ik langzaam weer tot rust te komen…
Ik zat gisteren in Amsterdam voor een conferentie. De spreker was echt goed, maar tijdens de eerste pauze begon mijn telefoon vol te lopen met berichtjes van mensen die me in hoofdletters vertelden dat ze mijn boek op de mat hadden gevonden. Dat was onverwacht voor mij: het boek zou eigenlijk pas wat later uitgegeven worden.
Ik was danig afgeleid. Ik overwoog om een rondedansje door de zaal te maken, maar daar zag ik – met enige moeite – toch maar van af. En dat gillen leek me bij nader inzien ook niet zo’n briljant plan. In plaats daarvan probeerde ik mij weer op de spreker te richten. Hij had echt een goed verhaal, maar het was moeilijk om me te concentreren. Waar kun je nog helder over denken als de dromen die je jaren hebt gehad en die altijd zo onuitvoerbaar leken, binnen handbereik zijn gekomen?
’s Avonds was het zover. Mijn eigen exemplaren waren afgegeven met een buurvrouw die inmiddels niet meer thuis was, maar gelukkig kwam ze tien minuten na mij al terug. Anders had ik waarschijnlijk echt haren uit mijn hoofd getrokken… Daar stond ik dan: met mijn eigen boek in handen. Een droom van meer dan twintig jaar oud kwam uit. Ik wist niet meer wat ik moest voelen of denken: ik was blij, ontroerd, stuiterde rond, wilde praten met mensen, maar ook een beetje tot rust komen. Een boek omhelzen is lastig, maar ik had de neiging het te doen.
Ik kan iedereen die ook een boek wil schrijven vertellen dat je niet rustig slaapt als je eigen boek op je nachtkastje ligt. Het werd veel te laat terwijl ik door ‘De Schreeuw van de Pauw’ bladerde. Wat vreemd: als je al die bekende zinnen waar je jaren aan geschaafd hebt, voor je ziet in een boek lijken ze er opeens heel anders uit te zien. Ze waren bijna nieuw voor me. Gelukkig was ik wel tevreden. Het boek ziet er prachtig uit en ik kan helemaal achter de inhoud staan.
Vandaag, 13 mei, is het zondag. Vanmorgen vroeg liep ik naar de kerk. Na alle regen van de afgelopen weken scheen de zon. De wereld zag er prachtig uit: overdadig bekleed met de nieuwe lente die op dit moment op zijn rijkst lijkt te zijn. Mijn hart was vol, van de bomen die weer groen gekroond zijn, van pasgeboren zwaantjes, van sterren zonlicht op het water, van de helderheid van de blauwe lucht, van de blijdschap van uitgekomen dromen.
In de kerk kwam er iemand naar me toe die gisteravond begonnen was aan mijn boek. Ze vond het echt mooi. Tja, wat zeg je op zo’n moment? Ik kon alleen maar een beetje verlegen glimlachen, geloof ik. Tijdens de dienst zat er een vriendin naast me die het erg moeilijk had. Ik loofde met één hand in de lucht de Heer en legde toen ze begon te huilen mijn andere hand op haar schouder. De wereld is niet opeens compleet veranderd doordat mijn boek er is. Maar momenteel voelt het wel een beetje zo…
Lieve Els,
Ongelooflijk, fabeltastisch, ademontnemend, zowel spraakmakend als sprakeloos, genietend, zulke collega’s moet je echt met een lantaarntje zoeken; ik ben alleen nog maar naar de buitenkant van het boek aan het kijken…
Een dikke hug,
Bert
Niet alleen kijken, ook lezen, Bert! Maar héél hartelijk dank. Je weet dat het wederzijds is!