Heel wat mensen hebben me al gevraagd hoe ik op het idee kwam voor ‘De Schreeuw van de Pauw.’ Het antwoord is dat ik eigenlijk geen idee had…
Eind 2005 had ik een baan voor maar een paar dagdelen in de week. Ik verveelde me en besloot een kort verhaal te schrijven om mijn verveling te verdrijven. In het verleden had ik al heel wat boeken en verhalen geschreven. Gewoonlijk had ik dan van tevoren een globaal of gedetailleerd plan in mijn hoofd. Dit keer had ik maar één beeld: een vrouw die na vele jaren voor de deur van haar eigen huis stond en daar aanklopte. Wat ze daar deed en waarom ze zo lang weg was geweest, wist ik niet. Ik wist niet eens hoe ze heette.
Zodra ik begon met het beschrijven van die eerste scène (die lang geleden gesneuveld is), drongen zich allerlei ideeën aan me op. Het eerste gesprek tussen Anna en Matthew kostte me geen enkele moeite. Ik wist opeens van alles over hun achtergrond, en ik wist hoe het verhaal verder moest gaan. In het begin schreef het verhaal bijna zichzelf.
‘De Schreeuw van de Pauw’ is voor mij anders dan alles wat ik vóór die roman heb geschreven. Ik kon de personages meer tot leven brengen dan me ooit eerder was gelukt. Met Anna en Matthew wist ik heel snel hoe ze praatten, wat ze dachten en voelden en hoe ze zich uitdrukten. Ze kregen hun eigen stokpaardjes en stopwoordjes. Ze werden bijna echte mensen voor me. Eén keer had ik zelfs een droom over hen, waarin ze zich precies gedroegen zoals in mijn boek. In mijn droom woonden ze een fondsenwerving bij voor een goed doel. Anna was helemaal enthousiast en drong er bij Matthew op aan om veel geld te geven. Matthew was terughoudend en zei dat ze er eerst maar eens over na moesten denken.
Veel andere dingen die een rol zijn gaan spelen in het verhaal, zijn daar bijna bij toeval in beland. Een aantal zaken komt voort uit een bezoek aan een tante in Friesland. In Dokkum zag ik een ansichtkaart met daarop een gebrandschilderde zwarte pauw. Die kaart sprak me enorm aan. Tijdens hetzelfde bezoek liet mijn tante een stilleven zien dat ze had gemaakt. Ik zag het eigenlijk maar in een flits en kan me alleen een azuurblauwe vaas herinneren. Die bleef me bij, al zou ik niet eens kunnen zeggen waarom. Toen ik de pauw en de vaas een plaats gaf in de groene salon wist ik zelf nog niet eens hoe belangrijk ze waren. Dat kwam later pas. Net als bij Anna duurde het even voordat ik het raadsel oploste.
Uiteindelijk ben ik zes jaar lang met ‘De Schreeuw van de Pauw’ bezig geweest. Toen ik net een maand aan het schrijven was kreeg ik een fulltime baan, maar ik gebruikte ieder vrij moment om er verder aan te werken. De eerste versie schreef ik geloof ik in slechts enkele maanden. De plot van die versie is globaal ongewijzigd gebleven tot de versie die uitgegeven wordt. Alleen de details zijn veranderd. In de maanden na mijn eerste versie bleef ik maar nieuwe ideeën krijgen over wat Anna en Matthew allemaal meemaakten. Als het enigszins mogelijk was verwerkte ik al die ideeën in het boek. Ik genoot van het schrijven, en het maakte me op dat moment niet uit dat het boek alsmaar langer werd.
‘De Schreeuw van de Pauw’ heeft me vreugde gegeven in een heel moeilijke tijd. Toen ik ermee begon was ik bijna al mijn overwicht kwijt, maar in het eerste jaar dat ik ermee bezig was kwam ik steeds verder aan. Aan het eind van 2006 begon ik ook depressief te worden. In de tijd dat ik opgenomen was om met allebei mijn problemen in het reine te komen, was het heerlijk om af en toe met het boek bezig te zijn. Anna en Matthew waren toen zo vertrouwd voor me, dat het bijna voelde alsof ik even bij dierbare vrienden in de buurt was.