Onweer in mijn hoofd

Ik stap door het fotobehang van mijn woonkamer, niet het huis van mijn buren maar het bos van mijn verbeelding in. Het is er benauwd. De beukenbomen lijken dichter op elkaar te staan; spinrag kleeft aan mijn zweterige arm; varens kriebelen aan mijn enkels als ik door ze heen waad, onderweg naar het huis dat iedere keer ergens anders lijkt te liggen.

Dan zie ik het, net niet verstopt achter een heuvel met hoge rododendrons. Voordat ik erheen kan sjokken, stort een kanonskogel de heuvel af, bijna door mij heen – Zoë stuitert nog net terug als haar hoofd mijn buik raakt. ‘Daar ben je weer,’ roept ze. ‘Jij bent heel lang weggebleven.’

 ‘Sorry.’ Ik woel door haar blonde haren, tuur in haar ogen en weet weer waarom haar ouders die zo mooi vinden. Als je kleine Zoë aankijkt, denk je aan kusten waar het strand tropisch wit is, maar er altijd een frisse bries vanaf zee waait.

‘Daar ben je weer,’ zegt een andere stem. Volgens Anna heeft Zoë de ogen van haar vader, maar Matthew kijkt niet alsof er een frisse wind waait – hij kijkt of het ieder moment kan gaan onweren. ‘Wanneer laat je mijn dochter met rust?’

‘Je bedoelt wanneer ik jou met rust laat.’ Ik krijg het plots nog warmer – zweet drupt tussen mijn huid en mijn shirt. ‘Jullie hebben me voor de gek gehouden.’

Matthew grimast, bijna tevreden. ‘Jij hebt niet opgelet – jij wilde je eigen verhaal vertellen in plaats van dat van ons.’

 Oké, misschien moet ik uitleggen wat hier gebeurt. In de jaren dat ik me iedere dag overat en iedere nacht overwoog dat ik beter dood kon zijn, was er één ding dat mij echt blij kon maken: schrijven. En ik schreef De Schreeuw van de Pauw, het verhaal van Matthew, de graaf van Northend , en zijn echtgenote, Anna, die vijf jaar nadat hij haar heeft weggestuurd naar hem terugkeert. In dat boek legde ik alle dromen die ik bezat, en vervolgens droomde ik dat het werd uitgegeven.

Vorige maand haalde ik het na meer dan tien jaar tevoorschijn. En ik was… geschokt. Het bleek 214.000 woorden te hebben (een normaal boek heeft er zo’n 80.000). Het verhaal was omslachtig en theatraal. De personages van wie ik zo veel houd leken… o help… melodramatisch. Ik begon aan een reddingsoperatie. Ik hakte woorden weg en wiste scènes uit. Ik zag steeds meer dat Matthew zwijgzamer was dan ik had gedacht, en Anna grappiger dan ik haar had gemaakt. Ik kreeg in de gaten wat hen werkelijk bezighoudt – ik werd me bewust van een ontzag dat zij altijd al hadden ervaren, voor de krachten die groter dan hun levens zijn. Ik was boos, maar ook blij. De Schreeuw van de Pauw hield mijn leven dragelijk toen ik het ondragelijk vond. Nu mijn leven door de plannen voor Japan wat al te spannend is, leidt het fijn mijn aandacht af.

Anderhalve week geleden was ik op zaterdagavond bij vrienden. We hadden het even over de gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester uit de Bijbel. Die gelijkenis heb ik nooit gesnapt, vooral omdat de rentmeester geprezen wordt om de oneerlijke manier waarop hij de gevolgen van zijn terechte ontslag verzacht.

In het huis van mijn vrienden zijn veel theologieboeken; ik kreeg er eentje mee. Terwijl vroeg in de nacht boven Dordrecht een onweer losbarstte waar het huis van trilde, las ik over de gelijkenissen in Lucas. Opeens zag ik Anna uitleggen hoe het nou zat met die onrechtvaardige rentmeester. Ik voelde die oude, vertrouwde hyperactieve passie, waardoor ik net zo hard wilde bliksemen als het onweer. Het gaat me lukken: De Schreeuw van de Pauw, begonnen in 2005, wordt nog wat het in mijn hoofd altijd al was.

‘Ik heb je door,’ zeg ik tegen Matthew, met net zo’n tevreden grimas. ‘Ik weet wat er echt gebeurde toen Anna naar huis kwam.’ Dan lach ik om Matthews frons. ‘Je kijkt of er een worm in je neus zit.’

Matthew fronst dieper. ‘Die uitspraak heb je gejat van mijn vrouw.’

Ik heb geen weerwoord. Die man weet niet dat hij een personage is. Of ben ik het personage, in zijn wereld?

Zoë trekt aan mijn mouw en vraagt wanneer ik nou meekom naar huis.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *