
Ik kijk vanuit het raam van mijn werkkamer uit over de zonnige rivier. Er dobberen tientallen meeuwen. Het is algemeen bekend dat meeuwen schreeuwlelijken zijn. Wat minder bekend is, is dat ze ook best terughoudend kunnen zijn. Ik weet dat ze eigenlijk hun badeendjes willen pakken om mee te knuffelen en te jongleren. Ze willen ook graag synchroonduiken. Ik weet eveneens waarom ze zich nog inhouden.
De reden voor hun terughoudendheid? De lente is nog zo pril. Maar tegelijk toch ook zo heerlijk onmiskenbaar. Stiekem heeft alles om ons heen de neiging om te springen, te hupsen, te neuriën en te transformeren. De lucht weet nog niet zo goed hoe zij zichzelf het beste kan kleden. ’s Ochtends vroeg doet ze iets stralend blauws aan, maar binnen een half uur verandert ze al van mening en wil ze toch liever een roze gewaad dragen. Het is zo ragfijn dat ik haast geloof dat engelen het voor haar geweven hebben.
De wind heeft een parfum opgedaan. Is het je nooit opgevallen dat je de wind in de winter niet ruikt? Aan het begin van de lente wordt dat opeens anders. Dan ruik je grasparfum, of stroparfum, of hondenpoepparfum. Dat laatste is een onverhoeds nadeel van vele voordelen. Maar aan het begin van de lente is het niet eens heel erg om het te ruiken.
De bomen willen natuurlijk niet achterblijven bij de lucht en de wind. Zij doen sieraden aan. Heb je ze al gezien en bewonderd, die kleine knopjes? Ik hoop dat je niet hebt geprobeerd te zoeken naar de oren van bomen. Bomen dragen knopjes niet in hun oren – het is nog niet eens officieel vastgesteld of bomen wel oren hebben. Boren doorboren hun hele armen met groene, gele, zachtrode knopjes. Het klinkt gruwelijk, maar het schijnt dat het ze geen pijn doet.
Wij mensen doen ook ons best om ons meer te versieren nu de rest van de wereld hetzelfde doet. Het valt me op dat we opeens jassen dragen die ons minder grondig verhullen. Sommige jassen gaan zelfs open, om te flirten met de zon. De echte bikkels van onze soort dragen T-shirts en laten bleke armen zien, waar de zon liefdevol overheen straalt.
Tja, de zon. Dat is natuurlijk de meest uitbundige speler in deze column. De zon wil dat iedereen naar haar kijkt, en dat doen we graag, vanachter zonnebrillen of door toegeknepen ogen. We wenden onze gezichten naar haar op met iets dat op aanbidding lijkt. We bedanken haar voor de warmte die we voelen. Juist nu de verwarming wat lager kan, bemerken we hoe fijn we warmte vinden. De wezens zonder thermostaat tot hun beschikking weten het nog veel beter. De vogels zingen lofliederen die ons mensen nog blijer maken.
Zelfs de maan, de regentes van de nog koude nachten, doet mee met de feestvreugde. Afgelopen nacht werd zij verondersteld een supersneeuwmaan zijn, maar in de morgen daaraan voorafgaand zag ze eruit alsof ze een schaal vol aardbeien met slagroom had gegeten, lentekost. Ze was supervol en vlammend, alsof ze de zon in zich droeg, de zon die alsmaar warmer wordt. Ze leek ieder moment een koprol te kunnen gaan maken in vers gras.
Vanmorgen was de maan trouwens weer wit. Dat moet ik wel eerlijk vaststellen. Ze deed die naam van supersneeuwmaan qua kleur toch een beetje eer aan. Maar ze wilde niet te veel sneeuw laten zien. Al voordat ik naar buiten stapte om naar het werk te lopen, hulde ze zich in een mantel van grauwe wolken en verborg ze haar koude buitenkant.
Het was niet erg koud vanmorgen op straat. De knopjes van de bomen waren al hangers aan het worden; ze begonnen de vorm van bladeren te krijgen. Een merel zong speciaal voor mij een beeldschoon lied. Zelf kan ik niet goed zingen, maar terwijl ik naar het werk huppelde (nou ja, liep), kwam er wel een “tralala” uit. Wat moet je anders als de hele wereld tralala zegt? Toen ik op het werk kwam was het bijna licht en leek de dag niet bijzonder kleurrijk te worden – vijftig tinten grijs of zoiets. Maar dat doet er niet toe. Het is echt bijna lente.
Het is weer prachtig zoals jij de natuur beschrijft Els! Heb genoten en meegelopen zo vroeg in de buitenlucht met al zijn of haar ontluikende fenomenen want dat is het. Jij ziet het en trekt het aan zodat deze column tot stand komt en kwam. Ja, het is bijna lente.