Tussen Veenendaal en Doorn

Afgelopen vrijdag werd ik geïnterviewd bij Groot Nieuws Radio. Daarna had ik een stilteweekend in Doorn. Omdat ik toch uren de tijd had na het interview en voor het begin van het weekend in Doorn, besloot ik te voet van Veenendaal naar Doorn te gaan.

Het interview is heftig. Van tevoren ben ik rustiger dan ik had verwacht, maar praten over eetproblematiek doet me meer dan ik had gedacht. Misschien omdat die eetproblematiek verweven is met eenzaamheid en onzekerheid en dat ik weer even voel hoe dat was. Het is fijn dat na afloop mijn telefoon haast ontploft van alle lieve berichtjes. Ik lees ze terwijl ik op een stoel zit te trillen.

Als ik gekalmeerd ben, begin ik aan mijn wandeling. Ik heb een route laten uitstippelen door Google Maps en die kritisch bekeken. Ik ben ervan overtuigd dat ik nergens in mijn eentje door de bossen hoef te dwalen – dat lijkt me niet veilig. Dat doet een vrouw alleen niet. Maar zodra ik Veenendaal uit ben, stap ik een stiltegebied in. Geen weg meer: alleen een pad, bomen, stilte en ik. Ik twijfel over teruggaan en de bus pakken, maar het bos kijkt me hoopvol aan en ik loop verder. Ik snuif de geur op van naaldbomen en hars en voel me kalmer worden.

Vijftien kilometer loop ik zo met mezelf. Ik kom bijna niemand tegen, behalve af en toe een mensen met honden. De mensen lijken zich allemaal af te vragen waar mijn hond is. Ik bedenk mij dat het allemaal niet veilig en verstandig is dat ik zo alleen loop, maar het is heerlijk. Ik heb de bossen nog nooit zo duidelijk gezien. Ik hoor meer vogels dan anders en de bomen lijken groter. Zelfs de lucht boven me lijkt groter. Ik droom van vaker alleen in het bos lopen. Dan kom ik in Doorn. Ik ben nog steeds veel te vroeg, maar ik heb van tevoren gevraagd of dat erg is. Ik ben welkom en rust uit.

Het stilteweekend zal in de avond starten met een concert waarin stiltes worden ingebouwd. Ik ga in de zaal zitten. Er staat wat muziek op en voordat we zelfs maar beginnen, huil ik. Ik blijf maar huilen en weet niet waarom. Ik voel een pijn waar ik geen woorden aan kan geven.

De dag erna, op zaterdag, spreekt een voormalig herder, die ook journalist is geweest en dichter is. Hij heeft het over het geweld van zijn vader en dat hij God daardoor niet als Vader kon zien. Ik snap hem wel, maar ik houd mezelf voor dat ik die fase voorbij ben. En toch zit ik wat later met deze Sjoerd op een bankje en begrijpt hij mij en ik hem. Sjoerd heeft het ook over het oordeel van andere christenen, die toch wel van je verwachten dat je op een gegeven moment normaal wordt. Dat vind ik eveneens iets te herkenbaar.

Die middag maken we met de groep een stiltewandeling door de bossen. Ik merk gelijk dat ik liever in mijn eentje door het bos loop in plaats van met veertig mensen, hoewel het bijzonder is dat we er allemaal het zwijgen toe blijven doen. Ik ben me weer bewust van de stilte en van de schoonheid. Ik zie de eerste knoppen aan de beuken. Ik zie hoe krom bomen zijn, en dat groene naaldbomen in een nog kaal bos een gevoel van beschutting geven.

We worden uitgenodigd om ons gevoel te volgen. Ik loop van het pad af, tussen de bomen en tussen de bladeren van vorig jaar, en ik vraag me af waarom ik gewoonlijk altijd keurig het pad volg. Naast het pad is het bos veel mooier. We worden ook uitgenodigd om iets achter te laten waar we van af willen. Ik pak een tak vol bochten. Die staat voor de neiging om de gebaande paden te volgen, om bang te zijn voor mensen en wat zij van mij vinden. Ik laat hem achter bij een omgehakte boom. Ik wil nooit meer bang zijn.

En toch huil ik de rest van het weekend maar verder. Ik wil het liefst geen mensen meer zien. Ik wil in mijn eentje in het bos kunnen lopen.

6 thoughts on “Tussen Veenendaal en Doorn

  1. Heel gevoelig en dat begrijp ik van Els heel goed. De eenzaamheid die je niet met 40 mensen om je heen kan delen. Het radio intervieuw heeft ook veel emoties gegeven. Heel knap!!! Het bos heeft veel hoge bomen die je iets kunnen zeggen en de rust die daar van uitstraalt. Nee een vrouw hoort niet alleen in een bos rond te lopen. Maar dit was je pad dat je moest volgen.

  2. Wat schrijf je verrassend doorleefd, Els. Een ontdekking, nog afgezien van ons gesprek, hoor. In de zo vaak harde, soms immens-wonderschone realiteit openbaart de Here Zijn nabijheid in een veelvorm die alle oprechte oneliners passeert. Blijf schrijven, scheppen, knokken, dansen. Vier het leven.
    “De hemel geeft; wie vangt die heeft”. En morgen is het Biddag voor gewas en arbeid. Ere wie ere toekomt.
    Veluwsche groet, Sjoerd

    • Dank je wel, Sjoerd! Het gesprek vorige week deed me veel goed. Je liet door het weekend heen dingen zien die zich in woorden moeilijk laten vatten. Het was erg waardevol!

  3. Prachtig geschreven weer! Eerst dat goede en heftige interview en dan stilteweekend, veel emoties. ….. Maar alleen wandelen in het bos is heerlijk! Jammer dat het eigenlijk niet verstandig is, maar alleen in de natuur zie, hoor, voel, ruik, ervaar je zoveel meer……

  4. Praktijkervaring. Als v.m. herder en nu nog, ben ik -als man – geregeld alleen in veld en bos. Wandelend voelt kwetsbaarder dan fietsend. Zonder mob. ‘alleener’ dan met. Met mensen in de buurt kan het iets minder alleen voelen. Soms ben ik ’s nachts op de heide en inderdaad er kan vreemd gespuis zijn, dat is zo. Maar bijv. wandelen door een avondstad is waarschijnlijk veel risicovoller. Het unheimische van alleen in de stilte zijn, buiten, jawel, dat ken ik wel. Slechts een enkele keer voel ik dat als méér ongemakkelijk. Bijvoorbeeld op plaatsen waarover ik in eerste instantie alleen maar aanvoel: dit is niet fris. Verder spreekt Jesaja over demonische locaties, veldgeesten op eenzame plaatsen. Jezus gaat daar later op door. Ook dat heb ik geleerd te onderkennen en het is gewoon zo. Maar nu: Het laatste woord hierover heeft Hij allang uitgesproken, hou dat vooral vast. Zijn nabijheid biedt me een innerlijk besef van geborgenheid. Ja, en dan nog… weet ik heel goed wat angst of stress zijn, hoor!
    In verbondenheid, Sjoerd Stellingwerf

    • Ik denk ook dat het in de stad waarschijnlijk risicovoller is om ’s nachts te lopen, maar daar heb je toch meer het gevoel (of de illusie) van nabijheid en hulp als er iets opdoet. Wat je schrijft over de vreemde plaatsen in het wild vind ik ook wel herkenbaar. Daar verbaas ik me eigenlijk al jaren over. Ik heb altijd het gevoel dat mensen meer vatbaar zijn voor demonische invloeden dan natuur, maar blijkbaar ligt dat een stuk genuanceerder. Het echt enge is misschien nog wel dat de wildheid van deze plaatsen in eerste instantie aantrekkelijk kan lijken: het trekt je letterlijk met zich mee. Gelukkig dat we een hemelse herder hebben!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *