Het is geen nieuws dat we een nogal koud voorjaar hebben. Ik geloof dat ik nooit eerder in mei nog in mijn winterjas liep. Soms word ik er wat filosofisch van, soms bijna dichterlijk. En ik kan helemaal niet dichten!
Tijdens de kou in april blies, terwijl ik onderweg was naar een bidstond, sneeuw spottend mijn gezicht in. Ik wilde chagrijnig worden, maar toen rook ik een magnolia. Onmiddellijk werd ik overspoeld door het gevoel dat ik heb als ik wegkruip met een boek vol haiku’s. Het zal wel door mijn plannen komen: een haiku is een Japans gedicht (niet rijmend, maar met als uitgangspunt dat het drie regels heeft, van achtereenvolgens 5, 7 en 6 lettergrepen).
Japanse zaken bleven me bezighouden toen het wat warmer werd en de kersenbloesem teer en stil haar schoonheid ontvouwde. Ik hield mijn adem in. Eén flinke bries en de bloesem zou als sneeuwvlokken verstrooid worden. Voor de Japanners is die kwetsbaarheid symbool van de vergankelijkheid van het bestaan.
En toch… terwijl ik de eerste bleekroze blaadjes zag vallen, stelde ik me voor dat een mens zo weg dwarrelde uit het leven. Ik vond het lastig te geloven dat een mensenblaadje zomaar vergaat. Ik kon me voorstellen dat de ziel die tijdens het leven kwetsbaar was voor storm en scherpe nagels, na het neerdwarrelen een steen wordt. Geen grafsteen, maar een steen waarin de ziel veilig opgeborgen blijft tot een dag waarop hij weer tot leven wordt gewekt.
Een mensenziel is weerbarstig. Ik las het weer bij Viktor E Frankl, de psychiater die Auschwitz overleefde en er stellig van overtuigd was dat we alles kunnen verdragen, zolang we maar een doel hebben om voor te blijven leven. Dat doel kan het schrijven van een boek zijn, maar ook schoonheid kunnen zien en de liefde voor andere mensen.
Ik las ook In de schaduw van Byzantium, van William Dalrymple. Een boek dat bijna nog confronterender was dan dat van Frankl. Het is een reisboek waarin Dalrymple niet alleen door het Nabije Oosten reist, maar ook door 1.500 jaar beschavingen in Turkije, Libanon, Syrië, Israël en Egypte. Turken moorden christenen uit, christenen slachten joden af en joden doden islamieten. Een moedeloos makende vicieuze cirkel. Beschavingen blijken even kwetsbaar te zijn als kersenbloesem. Hoeveel miljoenen mensen zijn daardoor al voortijdig weg gedwarreld van de levensboom?
Afgelopen vrijdag liep ik langs begraafplaats de Essenhof. Het had veel geregend en het was weer koud, maar de zon straalde en ik zag bladeren zich uitvouwen die storm weerstaan en pas in de herfst rimpels krijgen en losgetrokken worden van de takken die hen hebben gevoed. Over een gracht heen staarde ik naar de begraafplaats, maar de grafstenen hielden mijn aandacht niet vast. In het water lag een klein eilandje waar kleuren met elkaar wedijverden. Een sering tooide zich met allerlei tinten paars; een gouden regen blonk in de zon. En ik wist weer dat al hun pracht voorbij zou gaan, zou verdwijnen in het donkere water van de gracht.
De dag erna was de zon al weg. In kille regen liep ik op de brug naar Papendrecht. Over het brede, onaangedane water waarin alles kan verdwijnen naderde een rivieraak. Ik keek toe terwijl hij onder me door gleed, terwijl ik wist dat ik daar duizelig van zou worden, net als altijd. Ik keek weg over de rivier, naar de extreem Hollandse landschap en voelde even tranen: ook dit gaat voorbij; binnenkort zal ik het niet meer zien. Ik was onderweg naar een goede vriendin, en huilde even omdat ik dan ook niet meer bij haar op bezoek kan gaan. Ik heb een levensdoel dat me drijft, en tegelijkertijd pijn doet.
Daar op de brug leidde ik mezelf af door alsnog die haiku te componeren over sneeuw en de geur van magnolia’s, terwijl ik niet kan dichten:
Lopend in de sneeuw
ruik ik plots magnolia’s
Het wordt toch lente
Een windvlaag trok bijna de paraplu uit mijn handen, en de haiku uit mijn hoofd. Toen dacht ik eraan dat ze beweren dat het zondag 25 graden wordt. Alles blijft veranderen. En ik zal leren de veranderingen te verwelkomen, ook als ze een windvlaag in mijn leven zijn.
Ha Els, nav de Verandering hier terecht gekomen.
Ik wil je graag volgen.
Hoi Baukelien, wat leuk dat je De Verandering hebt gezien. Ik stuur je even een mail.