Ik was verbaasd hoe vaak ik de afgelopen weken werd aangesproken op de capriolen van de wind. Een oud-collega die in Verweggistan woont, vroeg me digitaal hoe het met de wind was. Toen het steeds harder begon te waaien, werd ik gevraagd of ik niet iets moest gaan schrijven (maar ik vond dat te voor de hand liggend; het zou het ego van de wind ook verder aanblazen). Iemand anders informeerde of ik aan de wind kon vragen of het niet wat minder kon. Spoiler alert: de wind luistert niet naar mij. Dit weekend liet de wind zich weer… eh… zien… voelen… kennen.
Ik was zaterdag in Spijkenisse. En ik was niet heel wakker. Onderweg ernaartoe verdwaalde ik op station Blaak. Toen ik nog net op tijd in de juiste metro stapte, stapte ik na een paar stations weer uit omdat ik dácht dat ik de verkeerde had. En toen ik eindelijk bij een vriendin slash aangetrouwd familielid op de bank zat en we bespraken of we zouden wandelen, vreesde ik alleen regen, niet de wind. Soms ben ik stormachtig naïef.
Je snapt het al: we gingen naar buiten. Had ik al verteld dat het wandelgebied bij de flat van vriendin/aangetrouwd familielid een vlakte bijna zonder bomen is? De wind was bij diens begroeting uitbundig als een hond die een kind in zijn enthousiasme omver loopt. We liepen langs een sloot en waaiden er bijna in. Meerkoetjes die heldhaftig tegen de stroom in zwommen kwamen geen zwemvlies vooruit.
We maakten een draai richting een natuurgebied. Aan de poort hing een bord dat hondeneigenaars vroeg hun dieren aan de lijn te houden omdat het broedseizoen begonnen is. Er was geen hond te bekennen. In het natuurgebied (meer gras en een ondiep meer met veel vogels) schrokken ganzen van ons. Toen ze opvlogen werden ze bijna onmiddellijk uit koers geblazen. Zelf dreigden wij eerder weg te zakken: het watertekort was duidelijk voorbij; de grond onder onze voeten spuugde het vocht weer uit. Het meer had boze schuimkoppen en zag er volgens vriendin/aangetrouwd familielid uit als een zee. Ze had gelijk.
We werden het natuurgebied weer uitgeblazen. We klommen naar wat hoger land, waar struiken die pas vorig jaar waren geplant, vochten om niet ontworteld te worden. Ik zag struiken met bloeiende katjes en had diep respect voor ze. Het scheelde niet veel of we waren boven op ze gevallen en hadden hun prestaties teniet gedaan.
We kwamen bij de Oude Maas en zagen aan de andere kant Oud-Beijerland liggen. De pont ernaar toe werd bijna weg gezwiept. Het fietspad langs het water stond nog net niet helemaal blank. Wij maakten een draai en… konden niet meer ademhalen. Volle tegenwind. De wind testte of wij om konden vallen en het scheelde niet veel of we waren niet geslaagd. We wankelden over de weg alsof we aangeschoten waren. Het was onmogelijk om elkaar nog te verstaan.
Het werd nog erger: we moesten aan het eind van het pad omhoog, de dijk op. Daar keken we neer op een verlaten boerderij, met dichtgetimmerde ramen. Het was alsof de wind er doorheen geraasd was en dat daardoor de boeren het hadden opgegeven er te blijven wonen. Maar toen we afdaalden langs de boerderij, was daar wel het enige stuk waar de wind even vluchtte. Schaamde de wind zich voor wat hij had aangericht? We keken naar dakgoten vol gras, naar hanen die bij elkaar schuilden in de verlaten tuin, onder bomen die nog wat meer beschutting gaven. Even was het niet moeilijk om adem te halen.
Toen claimden de vlakte en de wind ons opnieuw en vochten we verder. Even maakten we een hijgend praatje met andere mensen. Hun hond keek verlangend onze kant uit, klaar om enthousiast tegen ons op te springen, maar hij was goed afgericht en gehoorzaamde gelijk op het haastige ‘Zit!’ van de eigenaar.
Op naar de laatste meters. De flat kwam dichterbij, als een vuurtoren in een storm. We zagen er een meeuw die probeerde hoogte te maken. Het zag eruit als een vliegtuig bij Schiphol die er maar net in slaagt op te stijgen. En toen… beschutting. Ik haalde diep adem en snapte weer waarom de meningen over de wind zo gemengd zijn.
Dapper Els, altijd tegen en met de wind opboksen. Weet geluk!!!! Mooi geschreven en zooooo dubbel. Trotsssssss.