Ik ben de afgelopen vier jaar tachtig kilo afgevallen, waarvan twintig in de laatste vier maanden. Ik zie er onderhand zo anders uit dat ik moet wennen aan mezelf, zowel aan de buiten- als aan de binnenkant.
Soms als ik langs een ruit loop, moet ik even goed kijken om er zeker van te zijn: ja, dat ben ik echt, die vrouw die ik daar zie. Ik ben nog wel wat te dik, maar niet veel meer. Ik zie er redelijk normaal uit en ik draag “normale” kleding die ik niet heb hoeven kopen in grote maten winkels. Een paar weken geleden had ik mijn handen op mijn buik en vroeg ik me even af wat ik toch voelde. Het bleken de botten van mijn bekken te zijn. Die waren zo lang niet bereikbaar geweest onder al het vet dat ik hun bestaan een beetje vergeten was.
Ik moet eraan wennen dat ik niet meer nageroepen word op straat. Als ik langs een fietspad loop en achter me mensen hoor naderen, zet ik me vaak nog steeds bijna automatisch schrap voor commentaar. Het komt echter niet. Geen negatief commentaar in ieder geval. Ik word wel regelmatig staande gehouden omdat mensen me willen vertellen dat ze me vaak zien lopen en het knap vinden dat ik zo veel ben afgevallen. Ik moet zeggen dat het niet saai wordt om de complimenten aan te horen.
En dan die energie die ik heb! Ik loop niet alleen, ik fiets ook steeds meer en blijf me erover verbazen hoe makkelijk dat gaat. Een paar jaar geleden had ik moeite om tien minuten te lopen; nu zoef ik dijken op met het grootste gemak en hijg ik niet eens als ik bovenkom. En ligt het aan mij, of is iedereen langzamer gaan fietsen? Ik moet ze gewoon allemaal passeren.
Nog iets aparts: het lukt me zo goed om van bepaalde etenswaren af te blijven. Kaas kon ik jarenlang niet in huis hebben. Het lukte me misschien een paar dagen om per etmaal alleen dat gedeelte af te schaven dat ik nodig had voor mijn boterhammetjes, maar onherroepelijk ging ik op een gegeven moment voor de bijl en at ik de rest in één keer op. Nu niet. De kaas lijkt een neutrale etenswaar geworden te zijn en ligt ongestoord in de koelkast. De wonderen zijn de wereld nog niet uit…
Ik ga hier niet beweren dat álles van een leien dakje gaat. Af en toe heb ik gruwelijk trek in allerlei verkeerde etenswaren. Dan proef ik de smaak van bepaalde chocoladesoorten in mijn mond en moet ik mezelf bijna aan de bank nagelen om niet op jacht te gaan in de supermarkt. Maar ik heb al meer dan 140 dagen geen eetbui meer gehad. Dat is na zestien jaar worstelen toch behoorlijk onwerkelijk. Ik wou dat ik de afgelopen maanden had geteld hoe vaak ik nee gezegd heb tegen gebak. Van het getal zou ik nu waarschijnlijk heel gelukkig worden.
Het leven zonder eetbuiten is wennen, maar ik denk dat ik nog het meeste moet wennen aan hoe ik in mijn hoofd aan het worden ben: steeds rustiger. Af en toe zie ik mezelf zonder kleren en moet ik vreselijk slikken van de sporen die mijn overgewicht heeft nagelaten, maar dat sleept me niet meer mee, dat maakt me niet meer somber en terneergeslagen, of in ieder geval niet lang. Ik leef steeds meer met het besef dat ik een nieuw leven ben begonnen, zonder verslaving. Ik merk dat ik de leegte die de verslaving heeft achtergelaten moet opvullen, maar ik word ook steeds enthousiaster over wát er in de plaats van de verslaving gaat komen. Ik heb hoop. En dat was lang geleden.
Hoi Els,
Na onze eerste ontmoeting op de camping en nu dit persoonlijke (vecht) verhaal, kan ik alleen maar zeggen dat ik enorm veel waardering voor je heb en mijn petje voor je af neem! Niet alleen vanwege je doorzettingsvermogen maar vooral omdat je me een mooi mens lijkt na onze paar ontmoetingen! En die schoonheid zit niet van buiten maar van binnen; God heeft (al zolang je leeft ….ook toen je stevig aan de maat was) in jou een mooi mens geschapen!
Gods rijke zegen ook van Marlies!
Jaap
Wat moedig dat jij je verhaal van strijd en overwinningen zo deelt met anderen. Het is niet zomaar iets zo’n verandering. En jemig wat ben je veel afgevallen. Wat een prestatie. Mensen hebben soms geen idee wat er allemaal bij komt kijken. Wat een gevecht het is.. hoe pijnlijk het proces is.. wauw.. ik mag er in mindere mate over mee praten. Ik heb zo veel respect voor jou Els.. wat een kracht zit er in jou!
Dank je wel voor je woorden. Ik waardeer ze.